Wie was Maimonides ?
http://www.jsgmaimonides.nl/wie-was-maimonides.htmMaimonides of Mozes ben Maimon
(Cordoba, Spanje, 1135 - Fostat (Cairo), 13 december 1204) was een joods geleerde en arts. Zijn naam wordt in de rabbinische literatuur afgekort tot Rambam (van Rabbi Mozes Ben Maimon, en inderdaad, in de uitdrukking 'krijg het rambam' komt rambam daar vandaan).Na enkele jaren werd Maimonides door de sultan aangesteld als lijfarts. Daarnaast werd hij vanwege zijn grote joodse kennis benoemd tot voorzitter van het rabbinaat van Caïro en tevens tot leider van de joodse gemeenschap.
Ondanks zijn vele werkzaamheden en verplichtingen vond Maimonides de tijd om een aantal belangrijke boeken te schrijven. Eén van zijn bekendste werken is de "Mishne Tora" waarin hij een duidelijk en systematisch overzicht geeft van alle wetten uit de Talmoed en van de commentaren die hierop geschreven waren.
Een ander bekend werk is "More Newoechiem", 'Wegwijzer voor de Verdwaalden'. Hierin richt Maimonides zich tot degenen die, nadat ze zich in de wetenschappen en met name in de filosofie hadden verdiept, twijfelden aan de waarheid van de Tora. In dit boek zet hij de grondbeginselen en denkbeelden van het jodendom duidelijk uiteen en probeert hij een brug te slaan tussen joodse traditie en wetenschap. Maimonides toont aan dat wetenschap geen bedreiging voor het traditionele jodendom hoeft te vormen maar dit juist kan verrijken.
Maimonides leefde in een moeilijke tijd waarin joden onderdrukt werden en in veel gevallen gedwongen werden om over te gaan tot de islam. Hij schreef brieven naar joden in vele plaatsen waarin hij hen troostte en aanmoedigde om ondanks alle moeilijkheden toch het jodendom trouw te blijven.
In het jaar 1204 overleed Maimonides. Tot op de dag van vandaag wordt zijn graf in Tiberias door velen bezocht.
http://www.kerkenisrael.nl/voi/voi43-5b.htm
Gids voor de ‘verdoolden’
Maimonides was toen al een grote beroemdheid. Vooral als arts, maar ook als kenner van de joodse traditie: hij heeft ongelofelijk veel geschreven over het Jodendom en over filosofie. Hij werd leider van de joodse gemeente in Fostat, en was een van de feitelijke leiders van de wereldwijde joodse gemeenschap.
Brieven schreef hij ook, wanneer zijn mening werd gevraagd in zeer uiteenlopende problemen door gemeenschappen van de joden in verre landen. En hij schreef commentaren op oudere werken, zoals dat in het jodendom gebruikelijk was en is.
Enkele van zijn grotere werken moet ik ook even noemen. Zo is er de Mishne Tora, waarin hij probeerde, alle joodse wetten systematisch weer te geven. Het is een oud probleem in het jodendom: de wetten en regels staan in de Talmoed, en dat zijn niet alleen zeer dikke boeken, maar er wordt in besproken en bediscussieerd op een zo uitvoerige manier, dat je niet snel even iets kunt nakijken. De beslissingen, regels en meningen hebben zich ontwikkeld, het is allemaal gegroeid, en dat is zeer interessant en mooi, maar je moet zulke werken goed kennen om te weten, waar je wat kunt vinden. Dat wilde Maimonides verbeteren door alles keurig bij elkaar te zetten wat bij elkaar hoort. Hij was de eerste die dat zo probeerde; later kwamen meer zulke werken. Sommigen stelden dit op hoge prijs, en het boek kwam in hoog aanzien, maar er kwamen ook bezwaren: het leek wel, vond men, of die Maimonides het bestuderen van de Talmoed overbodig wilde maken. Verder hakte hij soms eigenmachtig knopen door, waar in de Talmoed dingen werden open gelaten - of waar een beslissing niet duidelijk was.
Een tweede belangrijk werk is er de ‘Gids voor de Verdoolden’, een boek dat - de naam zegt het al - de mensen wilde helpen, die aan het twijfelen waren geraakt onder invloed van de vele nieuwe denkbeelden, waar men in die tijd mee te maken kreeg. Maimonides wilde voor zulke problemen oplossingen aanreiken, en wel door aan te tonen dat godsdienst en wetenschap niet met elkaar in tegenspraak zijn.
Zelf was Maimonides ook niet werkelijk bang voor nieuwe ideeën. Dat bleek ook wel uit zijn boeken, en het is in latere tijd reden geweest voor veel meningsverschillen. Eigenlijk is Maimonides tegenwoordig te groot en te belangrijk om werkelijk omstreden te zijn. Zijn positie is geen voorwerp van discussie, hij is ook door het zeer orthodoxe jodendom aanvaard, maar niettemin: er is veel over hem te zeggen, en zijn meningen zijn nog altijd duidelijk genoeg om zich ook tegen af te zetten. Maimonides vond de filosofie ook belangrijk: hij was diep onder de indruk van de gedachten van de Griekse wijsgeer Aristoteles, en diens denken bereikte via de weg van Maimonides de middeleeuwse christelijke denkers. In zekere zin was hij een verlicht geleerde, die zich niet kon voorstellen, dat er tussen godsdienst en wetenschap werkelijke verschillen zouden bestaan: het gaat beide om de waarheid, en dan kan er niet wezenlijk een probleem zijn.
Maimonides huldigde de opvatting dat het denken van Aristoteles, op de profeten van Israel na, het hoogst menselijk intellect was. In die wijsbegeerte probeerde Maimonides een rationele verklaring te vinden voor het Joodse geloof en traditie. Om de thora in overeenstemming te brengen met de leer van Aristoteles maakte hij gebruik van de alegorische methode. Dit betekend niet dat Maimonides de leer van de thora afwijst, maar een harmonisatie tussen thora en Aristoteles niet mogelijk is. Ondanks zijn rationalisme betoogt hij steeds weer dat de menselijke rede van nature onvolmaakt is en dus niet het laatste, onfeilbare, criterium voor de waarheid kan zijn. Het laatste woord is steeds aan de thora voor behouden. Maimonides was bereid zich in alle niet wezenlijke aangelegenheden door de rede te laten leiden. Op voorwaarde dat de leer van de thora onaangetast blijft. Dit onderscheid tussen het essentiële en niet-essentiële is één van de belangrijkste bijdragen van op het gebied van de Joodse wijsbegeerte. Wat het best wordt geïllustreerd door de behandeling van het probleem van de schepping. Alle voorgangers van Maimonides hebben de scheppingsleer als een godsdienstig vraagstuk beschouwd dat zij met alle argumenten probeerden te verdedigen. Maar Maimonides was de eerste die dit vraagstuk buiten het domein van de godsdienst plaatse. Volgens Maimonides is het voor een godsdienstig leven slechts van belang de rol te onderkennen die de Goddelijke wil bij de schepping heeft gespeeld. Zonder dit beginsel wordt immers de hele opvatting uit de thora aan het wankelen gebracht. Als God de wereld geschapen heeft, is het werkelijke probleem van de schepping vanuit godsdienstig oogpunt of de wereld uitsluitend het product van oorzaak en gevolg is dan wel van de vrije werkzaamheid van de Goddelijke wil. De eerste opvatting houdt verband met de Aristotele-opvatting als God als eerste oorzaak. Waaruit de wereld door een soort causaliteit ontstaat. Deze opvatting was volkomen onverenigbaar met het Godsdienstig standpunt en moest als zodanig worden verworpen. Overigens nam de Platoonse opvatting ook de eeuwigheid van het heelal aan en zag zij God als handwerksman die zich bezig houdt met een bepaalde pre-existentie. Als zodanig sloot deze opvatting niet noodzakelijkerwijs uit dat de Goddelijke wil de wereld geschapen heeft. De wereld bestond in alle eeuwigheid omdat de Godheid steeds wilde dat zij bestond. Daarom is de laatste opvatting vanuit Godsdienstig oogpunt niet verwerpelijk. Het enige bezwaar was dat zij niet overeenstemt met de letterlijke weergave van de woorden in Genesis. Waarin wordt gesteld dat God de wereld op een bepaald moment heeft geschapen. Dit acht Maimonides geen belangrijk bezwaar wanneer eenmaal door de rede is aangetoond dat de bedoelde opvatting juist is kan het boek Genesis immers gemakkelijk dien overeenkomstig worden verklaard. In feite is echter geen van de wijsgerige argumenten ten gunste van de laatste opvatting afdoende. Er zijn dus weinig redenen om wat de schepping van de wereld betreft van de thora af te wijken. De bereidheid van Maimonides om de theorie van de eeuwigheid van het heelal in de Platoonse betekenis te accepteren wanneer deze eenmaal bewezen was ontkracht het scheppingsfeit als bewijs voor het bestaan van God. Zo probeert Maimonides tot een bewijs van het bestaan van God dat zelfs geldig is als men verondersteld dat de wereld sinds alle eeuwigheid heeft bestaan. Daartoe poneerde hij 26 stellingen die hij afleidde uit de fysica van Aristoteles stellingen die voornamelijk gegrond zijn op de onmogelijkheid van een oneindige reeks oorzaken. Op deze manier bewijst Maimonides op verschillende manieren het bestaan van God. Redenerend van de schepselen naar de schepper als een noodzakelijk wezen. Als eerste beweger en als eerste oorzaak. Waar de eindige serie van causale oorzaken uit voorkomen. Zijn bewijzen zijn te technisch om in dit bestek weer te geven. Ik verwijs in dit verband naar Ibndaoed. Maimonides heeft deze bewijzen nader uitgewerkt. Het bestaan van God ziet hij als oneindig, onlichamelijk, niet samengesteld, eeuwig en uniek. Maimonides deed concessies wat betreft de leer van de schepping in de tijd maar week niet af van de gedachte van de schepping uit het niets. Hij verwierp de Platoonse notie van een eeuwige ongeschapen materie.