Islamitische middeleeuwse filosofie

Pim Fortuyn veroordeelde de islam in zijn geruchtmakende interview in De Volkskrant als "een achterlijke cultuur". Theo van Gogh noemde moslims telkens weer "geitenneukers" en "pooiers van de Profeet". Ayaan Hirsi Ali vindt de islam "- je overgeven aan de wil van Allah – een achterlijk uitgangspunt".Geert Wilders noemt de islam een fascistische dreiging. Als zulke topintellectuelen zo duidelijk oordelen over de islam, dan zou je haast wel denken dat de islam haaks staat op iedere intellectuele vooruitgang.

Dat wij via onze filosofieopleiding maar weinig hebben geleerd over de islamitische filosofie, zou erop kunnen wijzen dat de moslims ook nauwelijks hebben bijgedragen aan de filosofie. De islamitische filosofie kwam immers nauwelijks aan bod bij de behandeling van de geschiedenis van de filosofie. Hooguit de apocriefe anekdote van de moedwillige verbranding van de bibliotheek van Alexandrië (de boeken waren òf in strijd met de koran en daarom godslasterlijk, òf ermee in overeenstemming en daarom overbodig, dus het hele handeltje mocht in vlammen opgaan) en de namen Avicenna en Averoës als commentatoren van Airistoteles kwamen ter sprake. De verdienste van de Arabische cultuur was dat werken van Aristoteles in de Middeleeuwen uiteindelijk ingang vonden in het Westen via de Arabieren. Ook in filosofische handboeken wordt snel heengestapt over de islamitische filosofie: zo slaan de samenstellers (Bor en Teppema) in 25 eeuwen filosofie de islamitische filosofie geheel over en concludeert Russell in zijn History of Western Philosophy dat de islamitische filosofen vooral betekenis hebben gehad als commentatoren.

Ondertussen beperkt onze kennis van de geschiedenis van de moslimlanden zich veelal tot de Kruistochten van de 11de, 12de en 13de eeuw, de verovering van Constantinopel in 1453 en de latere kolonisatie van Algerije, Marokko, Egypte en Libië in de 19de eeuw. Ingrijpende historische gebeurtenissen zoals de val van Bagdad in 1258 zijn de meesten onder ons volkomen onbekend.

Van de islam kennen wij behalve de koran, de uitdrukkingen sharia (als islamitische wet), jihad (als heilige oorlog) en fatwa (als terdoodveroordeling). De manier waarop deze uitdrukkingen worden gebezigd, vestigen bepaald niet de indruk dat de islam een cultuur vormt die openstaat voor argumenten. Men zou kunnen zeggen: zonder argumenteren geen filosofie.

Toch is het merkwaardig dat de islamitische filosofie zo weinig zou voorstellen omdat de moslimcultuur op andere terreinen toch wel degelijk zijn sporen heeft achtergelaten in onze beschaving: onze woorden algebra, alchemie en alcohol zijn ontleend aan het Arabisch, de verhalen van duizend-en-één-nacht worden nog altijd gewaardeerd als wereldliteratuur en we rekenen nog steeds in Arabische cijfers. Ook op technisch gebied bevond men zich in islamitische landen op een hoog niveau, blijkens indrukwekkende architectonische hoogstandjes zoals de Alhambra in Granada, de Grote Moskee in Damascus en de Taj Mahal in India.

Het spreekt niet voor zich dat de eeuwen die bij ons te boek staan als de Middeleeuwen ook bij andere beschavingen zo’n langdurig tijdvak van verval vormden tussen de Klassieke Oudheid en een Renaissance. In feite vormden onze Middeleeuwen voor de Arabische wereld een bloeiperiode. Evenmin spreekt het voor zich dat de islamitische filosofie alleen waardevol is geweest in zoverre ze directe invloed heeft gehad op de latere westerse filosofie. Ons beeld van de islamitische filosofie kan aanzienlijk zijn beperkt door een eenzijdige westerse invalshoek

Ik ben geen expert op het gebied van islamitische filosofie en ben ook niet in staat Arabische teksten in hun oorspronkelijke taal te lezen. Desondanks wil ik in mijn inleiding, als een soort éénoog-koning, verschillende stromingen binnen de islamitische middeleeuwse filosofie belichten. Wellicht kan dat bijdragen aan een iets genuanceerder beeld van de islam, dan de bovengenoemde topintellectuelen ons voorspiegel(d)en.

Walfred Haans

 

Islamitische filosofie

Op 21 februari 2005 staken 9 Groninger alumni de koppen bijeen om zich te buigen over Middeleeuwse Islamitische filosofie.

In mijn inleiding legde ik uit hoe weinig de filosofie van de Islamitische wereld werd belicht tijdens onze studie. Ons beeld van de Islam wordt daarnaast vertekend doordat Islamitische begrippen verkeerd worden uitgelegd. Zo betekent jihad niet een heilige oorlog maar een inspanning, betekent sharia niet de Islamitische wet in onze betekenis van het woord wet en betekent fatwa niet terdoodveroordeling maar een opinie van een schriftgeleerde op basis van de Koran en de Sunnah (leven en uitspraken van Mohammed).

De Middeleeuwse Islamitische filosofie was sterk verweven met astronomie, wiskunde en geneeskunde. Voor alle duidelijkheid definieerde ik Middeleeuwse Islamitische filosofie: deze is breder dan alleen Islamitische godsdienstfilosofie, maar de joodse filosofie die destijds in Islamitische landen werd geformuleerd (onder anderen door Maimonides) valt niet te rekenen tot de Islamitische filosofie.

Onder het kalifaat van de Abbasiden (750-1258) werd de vertaling van Griekse filosofie krachtig gestimuleerd. Ik heb in mijn inleiding echter duidelijk proberen te maken dat de Middeleeuwse Islamitische filosofie echt wel meer om het lijf had dan alleen commentaren op de klassieke filosofie. Zo was er het neoplatonistisch rationalisme van Alfarabi (870-950), de deugdethiek van Avicenna (Ibn Sina, 980-1037) en zijn genuanceerde stellingname in de universaliënstrijd, het scepticisme van Al Ghazali (1058-1111), het monopsychisme van Averroes (Ibn Rushd, 1126- 1198) en de mystiek van Ibn al-Arabi (1165-1240).

Iemand die alles in zich heeft om te boek te staan als the bad guy is Ibn Taymiyya (1265-1328). Hij verdedigde dat men moest vasthouden aan de Koran en de sharia en het waren zijn geschriften die vorig jaar voor de nodige opschudding zorgden, omdat daarin viel te lezen dat homo’s (om precies te zijn: bedrijvers van sodomie) met het hoofd naar beneden van een toren moesten worden gegooid en exemplaren van die tekst werden verkocht in de El Tawheed Moskee. Voor het tijdsbeeld is echter van belang dat men zich realiseert dat Ibn Taymiyya leefde na de val van Bagdad (1258). Dit was voor de Islamitische wereld een zeer ingrijpende gebeurtenis. De mongolen hadden de kalief en ruim tienduizend andere inwoners van Bagdad vermoord, maar zij bekeerden zich na de verovering tot de Islam, zodat een heilige oorlog tegen hen niet mogelijk was. Ibn Taymiyya probeerde de religie zuiver te houden door terug te grijpen op de traditie. Zijns inziens kon men ook beter 60 jaar onder een despotisch heerser leven dan één dag zonder sultan. Meer filosofisch was zijn Weerlegging van de Griekse logica waarin Ibn Taymiyya de kentheoretische aanspraken van de logica bestreed: met enkel redeneren kan men nog geen kennis verwerven over deze wereld. Deze gedachte doet denken aan Wittgensteins filosofie van de logica.

Otto Wiersma vulde het beeld aan met de lange weg die de filosofie van Al Ghazali aflegde voordat hij kwam tot zijn scepticisme, met de driedeling die Avicenna in de werkelijkheid onderscheidde en met een verwijzing naar de website www.muslimphilosophy.com.

Dat de Islamitische Filosofie in de Middeleeuwen op een hoger peil kon staan dan de Christelijke filosofie in die tijd in het westen, wijst erop dat de Islam een religie is die niet per se tot geestelijke stilstand leidt. Discussiepunt spitste zich vervolgens toe op de wijze waarop men de Islam in onze tijd tegemoet moet treden, nu ook sommigen beweren dat de Islam een achterlijke godsdienst is. Dit leidde tot een discussie tussen vooral Nico marsman en Jan Pos. Nico Marsman vond dat de Islamitische wereld een Verlichting had gemist en dat er tegenwoordig in de Islamitische landen een toenemende intolerantie valt te bespeuren. Jan Pos was het hartgrondig met hem oneens, omdat er wel degelijk in Islamitische landen een zekere Verlichting had voorgedaan, maar dat wij zoiets niet zouden waarnemen, zolang wij de Islamitische landen zouden beschouwen met een blik van buiten.

Walfred Haans

At 10:10 PM 2/25/2005 +0000, you wrote:

>Heb je de boekenbijlage van NRC van vandaag al gelezen? Het binnenartikel

>gaat over de strijd om hervorming binnen de islam die al eeuwen woedt.

>Gefundenes fressen voor Jan Pos zou ik zeggen.

>

>vrgr

>

>hendrik

Hallo dispuutsgenoten,

Ik heb geen abonnement op het NRC, dus dat verhaal heb ik

gemist - kopietje of samenvatting welkom!

In Trouw van dinsdag 22.2005 stond een artikel met

de titel "Klassieke denkers achter de polderterrorist" met

als ondertitel "Islamitische filosofie" van Yoram Stein.

De openingsvraag daar is waarom de islamitische wereld moslim-

filosofen die in Europa beroemd zijn geworden, negeert.

'k Geef even een paar citaten:

De gezaghebbende islamitische filosofen zullen misschien wel

de middelen van terroristen afwijzen, maar niet hun doel: een

theocratie als beste regeringsvorm.

Jason W deelde een boekje uit op de Leidse Universiteit met de

titel "Het belang van het onderwerp Imaan en Kufr" (geloof en

ongeloof), waarin o.m. staat dat een moslim niet verplicht is

zich aan de regels van de democratische rechtsstaat te houden.

Allah is de enige wetgever, dus hoeft een moslim zich niets aan

te trekken van niet-islamitisch recht.

Het boek verwijst naar isl.fil. als Al Ghazali en Ibn Taymiyya (1268-1328)

(beide door Walfred besproken) die stelling nemen tegen gedachten

dat de wereld eeuwig is en dat de rede de waarheid fundeert.

Filosofen als Al Farabi, Avicenna en Averroës geven filosofie een

zelfstandige plaats tov religie, min of meer parallel aan elite

tov volk. Deze verzelfstandiging sloeg wel aan in Europa, maar

niet in de islamitische traditie.

Al Ghazali ontkende dat er zoiets als natuurwetten bestaan omdat

in zijn visie alles elk moment bepaald wordt door de wil van Allah.

(OBW daar zijn we op de dispuutsavond niet echt aan toegekomen, maar

de verschillende bijdragen van islamitische filosofen aan de ontwik-

keling van het denken over causaliteit is erg interessant).

Ibn Taymiyya verwierp ook de Aristotelische logica vanuit de over-

tuiging dat Allah boven de logica staat en dat de tekst van de Quran

niet logisch hoeft te zijn en letterlijk begrepen moet worden.

Hij ontwikkelde de gedachte dat de islam gezuiverd dient te worden

van vreemde smetten en dat daarbij geweld niet geschuwd hoeft te

worden: wie geen moslim of geen "echte moslim" is, mag je doden.

Hij heeft daarmee invloed op Ibn Al-Wahhab (1703-1792), de grondlegger

van het Saoedisch wahhabisme, en op Sayyid Koetb (1906-1966), de

ideoloog van het anti-westerse islamisme.

Het zijn de werken van filosofen die obscurantisme en onverdraagzaam-

heid preken die in de islamitische wereld als warme broodjes over de

toonbank baan. Een Tunesische wetenschapper merkt op: "Pas als de de

moslims zich weer opstellen voor de ideeën van hun verlichte filosofen,

zou Averroës weer Ibn Rusjd kunnen gaan heten"

hgr, Otto

Michiel Leezenberg (NRC 29.3.2002)

De islamitische wereld heeft wel degelijk iets doorgemaakt wat op een 'Verlichting' lijkt. Net als de Pruisische verlichtingsvorst Frederik de Grote stimuleerden islamitische heersers, al in de negende en tiende eeuw, zowel openbare debatten over religieuze kwesties als rationalistische korankritiek. De islamitische wereld heeft ook een Kant voortgebracht: de tiende-eeuwse filosoof Farabi verklaart in zijn politieke theorie de rede ondubbelzinnig superieur aan de religieuze openbaring als bron van kennis en als basis voor een politieke orde. De tiende-eeuwse Aboe Bakr al-Razi bestempelde in het openbaar profeten als Mohammed onomwonden tot oplichters, en deed geopenbaarde religieuze teksten als de koran af als 'oudewijvenverhalen'. Zijn tijdgenoot Ibn al-Raawandi schijnt zelfs een parodie op de koran te hebben geschreven. Waarom zulke vrijdenkerij nu zoveel moeilijker te vinden is in de islamitische wereld is een urgente vraag, maar één die niet kan worden beantwoord uit enig 'wezen van de islam' dat in strijd zou zijn met de rede. (..) Ook kent de islamitische wereld een lange en imposante secularistische traditie. Inderdaad, de islam heeft nooit een scheiding van kerk en staat doorgemaakt, omdat er helemaal geen kerk bestond die van de staat te scheiden viel; bovendien is (zoals Roger Scruton benadrukt in de Trouw-bundel) de 'staat' een tamelijk recente Europese uitvinding. (..) Opmerkelijk is ook hoe onverdeeld positief de hele erfenis van de Verlichting opeens wordt gewaardeerd, hoewel de geschiedenis van negentiende- en twintigste-eeuws Europa toch niet direct aanleiding geeft tot zo'n smetvrij optimisme. Zoals de filosoof Herman van Gunsteren terecht opmerkt ondermijnen ook recente politieke en juridische maatregelen in de strijd tegen het terrorisme precies de Verlichtingsidealen van kritiek, openheid en mondigheid (en het principe van de rechtsstaat) die met de mond worden beleden. (..) De opvatting dat louter een islamitische cultuur bepalend is voor het gedrag van moslims verraadt een romantische houding die de nadruk legt op irrationele factoren als cultuur, traditie en volksziel. Nadenken over de huidige wereldcrisis in termen van zo'n vage 'islamitische cultuur' bevordert geen verlichting, maar eerder verduistering of versluiering. Het reduceert de complexiteiten van de islamitische wereld tot een amorfe cultuur, ontdaan van alle politieke en intellectuele ontwikkelingen die de verschillende delen van de islamitische wereld in ruim veertien eeuwen hebben doorgemaakt. (..) de machthebbers in Turkije (dat zichzelf naar Europa en Amerika toe presenteert als seculier en modern) in de jaren zeventig en tachtig de islam stelselmatig aan de maatschappij hebben opgelegd, met het strategische oogmerk om zo de linkse oppositie en politieke polarisatie tegen te gaan. (..) Het werk van hedendaagse islamistische denkers zoals de Egyptenaar Sayyid Qutb en de Pakistaan Mawlana Mawdoedi is van een moeilijk te overschatten belang voor de islamistische beweging. Nadere studie van hun werk maakt bovendien duidelijk hoe radicaal hun versie van een politieke islam verschilt van eerdere islamitische tradities. Qoetb en Mawdoedi herdefiniëren islam als een politiek begrip, en spreken in termen van hedendaagse politieke noties als soevereiniteit, verkiezingen en grondwetten. (..) Tot in de jaren zeventig was de islam als politieke factor verwaarloosbaar. Maar ze is in die tijd wèl stelselmatig van overheidswege aangewakkerd. Saoedi-Arabië sponsort met haar olie-inkomsten sinds enkele decennia de export van het wahabisme, haar eigen conservatieve versie van islam, eerst als tegenwicht tegen de socialist Nasser, en later tegen het revolutionaire vuur van de (sjiitische) islamitische republiek Iran. Ook in Egypte en Turkije is islam via media en onderwijs door de staat aangemoedigd. (..) aandacht voor onder meer de ontevredenheid die meer gericht is op de eigen corrupte regimes dan op de Verenigde Staten, voor de recente opbloei van de Pakistaanse madrasa's of koranscholen als gevolg van een falend staatsonderwijssysteem, en voor de rol van massamedia zoals de televisie (..) Recente studies van onder meer Ahmed Rashid, Olivier Roy en John Cooley hebben onthutsend materiaal naar boven gebracht over de omvang en duur van de directe en indirecte steun die met name de Verenigde Staten hebben gegeven aan groeperingen en regimes die nu als terroristisch worden gebrandmerkt. De jarenlange financiële en logistieke steun en training door Amerikaanse, Saoedi-Arabische en Pakistaanse inlichtingendiensten hebben onder meer de Talibaan en het Al-Qaeda-netwerk zo machtig gemaakt. (..) Sommige uitstekende analisten, zoals Olivier Roy en Gilles Kepel, hebben beargumenteerd dat juist het radicalisme en geweld van groepen als Al-Qaeda een teken zijn dat ze geen brede sociale basis hebben en die ook niet zullen krijgen. (..) Wat de islamitische wereld nodig heeft is niet een geïmporteerde, laat staan opgelegde 'moderniteit', maar concrete politieke maatregelen voor beter onderwijs, economische hervorming, en democratisering.

 

 

Sami Zemni , Is er plaats voor Islam in Europa?

De moderne Europese staten omschrijven zichzelf als seculiere staten en haar ideaal kan dan ook samengevat worden in de worden van de beroemde Franse wetenschapper Ernest Renan: "l'Etat neutre entre les religions, tolérant pour tout les cultes". De juridische basis voor deze maatschappelijke consensus rond secularisme is de levensbeschouwelijke neutraliteit van de staat. (..) Het is mijn these dat de Europese identiteit en haar onderliggende lokale identiteiten (Vlaams, Belgisch, Nederlands, Frans,…) gebaseerd zijn rond een fenomeen dat ik de "assymetrische universaliteit" noem. Dit is een discours waarin Europa (en de afzonderlijke landen) zichzelf ziet als het centrum, de kampioen van de universaliteit met al haar positieve eigenschappen (democratie, tolerantie, mensenrechten, pluralisme, …), terwijl de "Andere" onder het mom van een pluralistisch discours ten dele zijn recht op anderszijn wordt miskend. (..) Met het ontstaan van de Europese natie-staten binnen het groter geheel van een Europese idee heeft de islam de rol gespeeld van de "slechte Andere". (..) Het onderscheid tussen modern en niet modern is het criterium bij uitstek van Europese wetenschappers om een onderscheid te maken tussen "Wij" en "Zij", tussen het Westen en de rest. Het Westen wordt dan synoniem van democratie, tolerantie en vrijheid, de Andere van despotisme, barbarisme en slavernij. (..) In een culturalistische visie op de wereld, waarin geen plaats is voor contexten, is het simpel om islam, na het wegvallen van het communisme, af te tekenen als de ‘nieuwe vijand’. Deze simplistische generalisaties maken zelfs deel uit van de academische kringen en kregen hun ‘lettres de noblesses’ in Huntington’s Clash of Civilizations. Dit betekent dat Moslims worden opgesloten in een intellectuale bantoestan die hen van buiten uit wordt opgelegd. (..) In plaats van de ‘Andere’ steeds weer te stigmatiseren, moet er een debat komen dat gebaseerd is op een wederzijdse erkenning, op interculturele communicatie. Interculturele communicatie heeft het niet zozeer over integratie maar over interactie. (..)

 

Frank Provoost, De vele brokstukken van de islam

Rotterdamse imam El Moumni zei Europeanen lager te achten dan honden (..) het boek Naar een Europese islam?. Het boek is een bundeling van lezingen die wetenschappers en journalisten begin vorig jaar onder de titel 'Europa onder de halve maan' hebben gehouden in het Amsterdamse Felix Merites. (..)Inmiddels is bij de ongeveer tien miljoen moslims in West-Europa geen nieuwe vorm van de islam ontstaan die getypeerd zou kunnen worden als Europese variant, zo blijkt uit de verschillende bijdragen. Temidden van hun nieuwe omgeving blijft het oude geloof gehandhaafd.

 

Islam op balans tussen traditie en moderniteit ??? (wie schreef dit – opgestuurd door Jan Pos)

De islam is modern is een opmerkelijk essay van Professor Dr. Daniël de Smet en Jan van Reeth, uitgegeven bij Davidsfonds/Leuven. (..)Hedendaagse islamitische denkers zien nog een derde keuze: ze willen het rijke islamitische erfgoed in harmonie brengen met de eisen van de moderniteit en een constructieve dialoog aangaan met het Westen. (..) In De islam is modern formuleren de auteurs hun antwoorden op de grote uitdagingen van deze tijd. Ze vormen een inspiratiebron voor de moderne, ontheemde westerse mens, voor wie islamitische begrippen als mildheid, geduld en evenwicht niet vertrouwd zijn. (..)

 

Richard van Leeuwen, De moeizame modernisering van de Islam (NRC 25.2.2005)

Bespreking Suha Taji-Farouki (red) Modern Muslim Intellectuals and the Quran, en Islamic Thought in the twentieth century. Islamitisch hervormingsdenken wordt bemoeilijkt door het ontbreken van een institutioneel centraal gezag (gezagsstructuren waren en zijn meestal gelegenheidscoalities tussen politieke machtshebbers en religieuze wetsgeleerden), door een grote geografische spreiding en culturele verscheidenheid (vgl Egypte, India en Indonesië > grote verscheidenheid in praktijken, belangen en discussies), door een inperking van de interpretatie-vrijheid van de Quran (historisch in handen van de ulama – de godgeleerden die de nadruk leggen op letterlijke lezen en op basis daarvan juridisch argumenteren), door de moeite om een eigen antwoord te formuleren op de nadelen van de Europese modernisering (een antwoord dat wel politieke en sociaal-economische emancipatie brengt, maar dan zonder te vervallen in westers materialisme en consumentisme).

 

OBW 26.2.2005 Een filosofisch onderzoek van wat vandaag besproken wordt als "de islam als probleem" zou geholpen kunnen worden door wat systematischer rekening te houden met de verschillende onherleidbare aspecten die eigen zijn aan elk complex "probleem". Ten aanzien van "de islam" betekent dat in de discussies onderscheid maken tussen bv: het godsdienstig aspect (religieuze opleving (piëtisme) als gemobiliseerd tegenwicht tegen politieke bedreigingen (communisme, vorige eeuw) of als reactie op politiek-psycho-sociaal-economisch slechte omstandigheden - nu), filosofisch aspect (sommige stromingen in de islam te typeren als religieus reductionisme vs onherleidbaarheid van de verschillende aspecten (een idee wat mee door verlichte islamitische filosofen ontwikkeld is), verschillende visies op bv rationaliteit, causaliteit etc.), sociologisch wegings-aspect (hoeveel islam-aanhangers staan open voor hervorming, hoeveel islam-aanhangers zijn bereid geweld te gebruiken tegen niet-moslims, invloed van aantallen op strategiën), historisch terugslag-aspect (list van de rede: islamitische strijders opgeleid door westerse inlichtingendiensten om te vechten tegen het communisme, na de ineenstorting van het communisme gekeerd tegen het westen – mooi voorbeeld van onbeheersbaar instrumentalisme), politiek handelings-aspect (wat te doen tav gewelddadige stromingen op zo’n manier dat verworven vrijheden niet al te zeer ingeperkt worden), etc. Bij een benadering vanuit onherleidbaarheid van aspecten zijn zowel problemen als oplossingen niet te reduceren (schijnbaar te vereenvoudigen) tot één bepaald gebied en beschik je over een aardig instrument om zowel probleem-overdrijving als oplossings-overdrijving op één bepaald aspect te relativeren.